Het Nederlandse consensusmodel. De succesfactoren van het poldermodel in kaart gebracht
Welke factoren bepalen het functioneren van het consensusmodel in Nederland? Dat is de centrale vraag van deze studie. Die vraag stellen we niet in isolement, maar als onderdeel van een reeks projecten die in gang is gezet door het Platform de Toekomst van Arbeid.
Het doel van het platform is: alle mensen in Nederland goed aan het werk. Om dit te realiseren moeten we werken, leren en verzekeren anders inrichten. De projecten in het eerste jaar van het platform, de tweede helft van 2018 en de eerste helft van 2019, zijn analytisch en stellen de vraag: ‘hoe werkt de arbeidsmarkt nu rond leren, werken en verzekeren?’ Om deze vraag te beantwoorden, worden drie projecten uitgevoerd.
In het eerste project staat de huidige situatie rond leren, werken en verzekeren in Nederland centraal. Hierin analyseren we, zonder de successen te bagatelliseren, de problematische situaties rond leren, werken en verzekeren – zowel bij werkgevers als bij werkenden, niet-werkenden en de werkenden van de toekomst. Dit project is uitgemond in de studie Nederland kan beter werken, de uitdagingen op en rond de Nederlandse arbeidsmarkt.
In het tweede project is een inventarisatie gemaakt van inspirerende voorbeelden van wetgeving en regelingen uit het buitenland op het gebied van leren, werken en verzekeren. Dat project is gepubliceerd onder de titel Lessen uit het buitenland, organisatie van werk in dertig inspirerende voorbeelden.
Het derde onderdeel van de analysefase is gericht op het verwerven van een goed overzicht van, en inzicht in hoe in Nederland veranderingen op het gebied van leren, werken en verzekeren tot stand komen. Wanneer en hoe komen we in Nederland tot gedragen hervormingen op deze terreinen? Deze vraag is gericht op hoe stelselwijzigingen (klein en groot) rond leren, werken en ver‑ zekeren van de grond komen. Hoe verlopen besluitvormingsprocessen? Het gaat dan om het overleg, de conflicten en het oplossen hiervan binnen en tussen de politiek, in de Stichting van de Arbeid (StvdA), de Sociaal-Economische Raad (SER). Ook het minder formele overleg tussen kabinet, vakbonden en werkgevers, en de betrokkenheid hierbij van wetenschappers, ambtenaren, staven en andere adviseurs valt hieronder.