dinsdag 07 juli 2020

Scholing zorgt voor grip op geld, grip op werk en grip op het leven

Mijn hele werkende leven heb ik een missie: talentontwikkeling van jongeren en volwassenen faciliteren. Als schooldirecteur heb ik gezien hoe ongemotiveerde jongeren begeisterd kunnen worden door een goede docent. Als leer-werkbegeleider in de Rotterdamse havens heb ik ervaren hoe werkenden met een negatieve schoolervaring toch plezier in het leren kregen. Door erkenning van wat ze al kunnen én door perspectief te bieden. Ook heb ik gezien hoe secretaressen niet tot scholing te bewegen waren, ook al verdween hun functie en waren er veel scholingsfaciliteiten in de vorm van tijd en geld. En als directeur van een outplacementbureau heb ik gezien dat mensen al lang wisten dat hun functie zou verdwijnen maar toch gewoon bleven doen alsof er niets aan de hand was. Bang om uit de gouden kooi te stappen en wachtend op een goed sociaal plan. Begrijpelijk misschien, maar niet wenselijk. Zeker nu is het noodzaak dat mensen zich blijven ontwikkelen en daardoor wendbaar en weerbaar zijn. Nieuwe technologieën, innovaties en globalisering hebben een enorme impact op de arbeidsmarkt. Door de coronacrisis vinden er grote verschuivingen op de arbeidsmarkt plaats. Kennis veroudert steeds sneller en mensen moeten langer doorwerken. Mensen moéten zich een leven lang blijven ontwikkelen. De dagelijkse realiteit is anders. Met name ouderen, werkenden met maximaal mbo niveau en zzp’ers investeren nog steeds te weinig in hun ontwikkeling. En zo ontstaat een tweedeling tussen mensen die wél en mensen die niet mee doen. Mensen die werken en mensen die niet werken. Dat is zorgelijk. Want werken draagt bij aan het welzijn van mensen; het zorgt dat mensen een eigen bestaan kunnen opbouwen. En hoe mooi is het dan een groep mensen te ontmoeten, uit zowel de publieke als private sector, die de zorgen over de tweedeling deelt én wil meedenken over oplossingen die effect hebben. Het Platform Toekomst van Arbeid is zo’n alliantie. Een alliantie van mensen die het probleem van de tweedeling verder willen uitdiepen én verder durven te kijken dan de belangen van de organisatie die zij vertegenwoordigen. Die zien dat scholing een hele belangrijke bouwsteen is om Nederland beter te maken, naast werk en naast inkomenszekerheid.

In het aanbevelingswaardige rapport: ‘Het betere werk’ stelt de WRR terecht dat het een grote maatschappelijke opdracht is voor iedereen om goed werk te bevorderen: van mensen zelf, van sociale partners en van de overheid. De WRR spreekt over grip op geld, grip op werk en grip op het leven. Heel simpel gezegd: mensen willen financiële zekerheid, zeggenschap over hun werk en ruimte voor hun privé. Aan al deze drie condities moet worden voldaan. Scholing speelt een belangrijke rol bij alle drie condities. Als mensen de mogelijkheid krijgen én pakken om zich te ontwikkelen houden mensen grip op geld. Als mensen tijdig (kunnen) werken aan hun competenties en niet wachten tot hun baan verdwijnt houden ze meer grip op het werk. En als mensen scholing goed kunnen combineren met werk en privé houden ze meer grip op het leven.
De WRR geeft analyses, het Platform Toekomst van de Arbeid doet concrete voorstellen. Bijvoorbeeld als het gaat om scholing en ontwikkeling. Hoe denkt het Platform toekomst van de Arbeid te realiseren dat mensen zich blijven ontwikkelen, een leven lang? Ons uitgangspunt is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkeling en inzetbaarheid. Maar die eigen verantwoordelijkheid ontslaat de overheid niet van een publieke verantwoordelijkheid. Alle volwassenen in Nederland krijgen een individuele ontwikkelrekening. De overheid stort hier geld op en nodigt ook werkgevers en vakbonden uit hier geld op te storten. Maar ook mensen zelf kunnen hierop sparen voor hun scholing en hun ontwikkeling. De bijdrage van de overheid is hoger naarmate mensen in hun jeugd korter onderwijs hebben genoten. Dus iemand die in zijn jeugd een mbo-4 diploma heeft gehaald, krijgt meer dan iemand die een bacheloropleiding heeft gehaald. Dit is een financiële prikkel om mensen te stimuleren. Echter, zoals ik eerder stelde, is dat onvoldoende. Niet iedereen is intrinsiek gemotiveerd om een opleiding te volgen, ook al hebben ze de financiële middelen. Ze volgen niet of te laat een opleiding. Hiervoor zijn dus andere dan financiële prikkels nodig. Daarom stellen we voor dat iedereen periodiek een oproep krijgt voor een loopbaangesprek, eens in de vijf jaar bijvoorbeeld. En ook tussendoor kunnen mensen terecht bij zo’n loopbaanloket, in ons voorstel werkhuis genoemd. En zo zijn er meer voorstellen. Met als mensen grip te geven op hun geld, op hun werk en op hun leven. Nieuwsgierig geworden, lees de publicatie ‘Investeren in mensen‘. We horen graag wat je vindt van onze voorstellen.

Ria van ’t Klooster
directeur NRTO
riavantklooster@nrto